Alle Wildlife in a Week - Reisverslag uit Kampala, Oeganda van Ella Vries - WaarBenJij.nu Alle Wildlife in a Week - Reisverslag uit Kampala, Oeganda van Ella Vries - WaarBenJij.nu

Alle Wildlife in a Week

Blijf op de hoogte en volg Ella

24 Oktober 2013 | Oeganda, Kampala

Long time, no see.. Sorry jongens, ik heb een tijdje niet geupdate. Dat komt waarschijnlijk omdat mijn trouwste fan, mijn moeder, zelf hier was om alles mee te maken en dus niet hoefde te vragen om een verhaal.

Voordat mijn moeder kwam heb ik niet heel veel meegemaakt. Het weekend zijn Arnée, Marieke en ik naar het zwembad gegaan om van het mooie weer te genieten en daar allemaal gruwelijk verbrand. Ik vertrouw geen enkele zonnebrand meer die ik hier koop en ben heel blij dat mijn moeder een lading heeft meegebracht. We hebben ook weer een poging gedaan te shoppen, maar helaas verschrikkelijk gefaald. Wel een supermarkt gevonden met heerlijke dingen als zongedroogde tomaten, pesto en broccoli. ’s Avonds op stap in het Las Vegas van Kampala, waar we entertained werden door een hele goede african jazz band en door de dansmoves van Baker en een vriend van hem.

De volgende middag gingen we weer op stap, dit keer naar een beach party in Entebbe. Helaas durfden wij niet te zwemmen in het meer omdat het berucht is voor bilharzia (en daar heeft de Ease travel clinic me heel bang voor gemaakt), maar we hebben wel hele lekkere vis uit het meer gegeten met onze handen en van het weer, de beats en het bier genoten.

Daarna een weekje in de emergency gynaecology ward, waar alle vrouwen binnengebracht worden met een gynaecologisch probleem of als ze minder dan 28 weken zwanger zijn en wat voor probleem dan ook hebben. Voornamelijk miskramen, ectopische zwangerschappen en malaria tijdens de zwangerschap. Heel veel interessants is daar niet over te zeggen.

Op donderdagavond kwam mijn moeder dan veilig aan in Edge House, met een koffer vol met zonnebrand, drop, pepernoten, boonanza en andere cadeautjes. Vrijdag moest ik eerst nog in het ziekenhuis zijn, waarna ik mijn moeder een rondleiding heb gegeven. ’s Middags hebben we een wandeling door het centrum van Kampala gemaakt en wat sightseeing gedaan en gegeten in favoriete straat Acacia Avenue bij Khana Khazaana. Vroeg naar bed, want de volgende ochtend was het tijd voor de grote tocht naar de gorilla’s! Het begon wat moeizaam doordat de auto die ons oppikte al om half 7 voor de deur stond, in plaats van half 8 als afgesproken, maar gelukkig hebben ze geduldig op ons gewacht en na Julie op te halen (echt bizar toeval dat van de 3 andere mensen in onze trackingsgroep zij er één van was) konden we al snel op weg naar Bwindi Impenetrable Forrest. Het was een hele, hele lange dag rijden (normaal zouden we onderhand al in Tsjechië zitten met zo’n autoreis), maar ik had het grootste deel al een keer eerder gedaan in een postbus (zie mijn verhaal over Lake Bunyonyi) waar mijn schouders niet in pasten, dus nu in een grote jeep met genoeg ruimte overal en een paar tussenstops voor foto’s met de evenaar, lunch, foto’s van zebra’s (zíe je wel dat ik ze op weg naar Bunyonyi gezien had!), pinnen en boodschappen vloog de reis voorbij. Behalve misschien het laatste gedeelte waarbij we een paar uur over een modderpad door de bergen reden, dat was lichtelijk eng. Maar we hebben het overleefd en werden ruimschoots beloond voor onze durf met een superchill hotel op een berg met prachtig uitzicht, heerlijke bedden, een warm haardvuur en het belangrijkste: een warme douche met genoeg druk om elk plekje van mijn hoofdhuid en haar te wassen en die je niet zelf hoefde vast te houden! Vroeg naar bed weer, om de volgende ochtend ook weer vroeg op te staan met de zonsopgang om te ontbijten en vervolgens naar de gorilla’s te gaan. Daar werd onze groep van ons 3, een Canadese UN politieman en een Japanse solo tourist (zeldzaam geval) uitgebreid met 3 Duitsers en toen ik die zag voelde ik me lichtelijk underdressed.. Of juist overdressed. Ik vond het echt al héél ver gaan dat ik mijn Nike hardloopschoenen voor de gelegenheid aan had getrokken (dacht dat mijn All Stars misschien toch niet zo geschikt waren voor de jungle), maar had verder wel gewoon mijn panterprint broek aan en H&M vest. Die Duitsers waren in full on jungle outfit: kahki, afritsbroeken, safari hoedjes, lelijke zonnebrillen en worst of all: hoesjes die je om je schoenen en broek kon doen zodat er geen mieren in zouden komen. Ondanks de herinneringen aan de mierenbeten van Mpanga Forrest word ik nog liever doodgebeten door mieren dan dat ik die aantrek. Na een korte briefing waarin we hoorden wat we eigenlijk allemaal mee hadden moeten nemen/aan moeten trekken en de Duitsers nog probeerden Julie uit onze groep te kicken omdat ze een rood vest aan had wat gorilla’s af zou schrikken, mochten we uiteindelijk toch allemaal mee de jungle in. Maar eerst, nog een stuk met de auto, een porter huren om onze tas te dragen en ons af en toe te helpen steile stukjes af te gaan(zo dankbaar daarvoor achteraf), een wandelstok uitzoeken (Gandalf Mode On!) en een stuk over de weg lopen, waar ik al gelijk ruzie met de Duitsers kreeg (ik generaliseer even, dat is makkelijker) omdat ik te hard en te veel zou praten (wie, ik?) ... Ik blijf erbij dat ze gewoon jaloers waren dat ik na al mijn weken bergen beklimmen in Oeganda (en altijd de langzaamste te zijn) wat meer getraind ben geraakt terwijl zij ons niet konden bijhouden. Plus ik was de jongste van de groep, misschien dat dat ook hielp. En ze waren ook jaloers op Julie’s hippe schoenen ipv hun bergschoenen, want zij zou geen wandeltechniek en niet de juiste schoenen hebben. Needless to say, we hebben ons achteraf in de lodge met de Canadees en Japanner (al zei die niks, maar ze lachte wel leuk mee) kosteloos vermaakt met de verhalen van de toch met ‘dze Germans’. We hadden genoeg inspiratie na 7 uur met ze doorgebracht te hebben, want zolang duurde onze tracking. Je kan geluk hebben, dan vind je ze na een kwartier. Soms komen ze zelfs langs bij de lodge waar we verbleven en hoef je helemaal niks te doen. Maar soms, zoals in ons geval, is het 3 uur hiken heen en 3 uur hiken terug. Waarbij het begin nog over modderpaadjes met wat stijgen en dalen is, maar op een gegeven moment ga je letterlijk door beekjes, dichte struiken (impenetrable, get it?) die voor je neus worden neergehakt door de rangers en modderpoelen en moet je klimmen en val je en krijg je er op een gegeven moment wel een beetje genoeg van. Gelukkig was dat net het moment dat we dichtbij de gorilla’s kwamen, dus camera’s gereed, nog een heel klein stukje.. en daar zagen we er één, hoog in de bomen! Hij bleef echter een beetje verstopt zitten, dus we moesten wat doorlopen en toen na wat klimmen en dalen en vallen, zagen we de silverback vlakbij. Echt zo mooi, zo’n groot zeldzaam beest op nog geen 3 m afstand. Er was ook nog een kindje bij, die aan het oefenen was met een nest maken in deboom, met een rond stuk fruit aan het spelen was en de berg afrolde. Heel schattig. Uiteindelijk hebben we een uur met ze doorgebracht en foto’s gemaakt, terwijl ze ons compleet negeerde en daarna begonnen we aan de hele lange tocht weer terug. Maar het was het waard hoor! ’s Avonds nog genieten van de verdiende warme douche (daardoor wel het optreden van de kindjes gemist, maar ach, prioriteiten), lekker eten, een Nile special en daarna het heerlijke bed. De volgende ochtend moesten we namelijk weer helemaal terug naar Kampala rijden.. dat was redelijk uneventful.

De volgende dag hebben mijn moeder en ik nog wat sightseeing in Kampala gedaan en ik was supertrots op mezelf dat ik het allemaal kon vinden met de matatu’s en de kaart. Normaal loop ik namelijk gewoon achter iemand anders aan. We hebben de Kasubi tombs bezocht, waar een paar Baganda (grootste stam van Oeganda) koningen begraven zijn. Helaas is de tomb zelf afgebrand door Al Shabaab in 2010, maar ze zijn hem aan het restaureren. We kregen een rondleiding van een prins (één van de velen, de koningen namen minimaal een vrouw van elke stam) en heel erg veel uitleg over de geschiedenis en cultuur van de Baganda tribe.

Daarna hielp de prins ons aan een special hire en gingen we naar het Baganda parliament gebouw en Mengo palace, wat op twee heuvels recht tegenover elkaar ligt. Daar kregen we ook allebei een rondleiding (al mochten we niet in het paleis zelf) en vooral de torture chambers van mengo palace, gebouwd door Idi Amin maakte veel indruk. ’s Avonds wilden we eigenlijk krokodillenvlees eten, maar het restaurant was onvindbaar, dus uiteindelijk zijn we naar de Japanner gegaan waar we sushi in een boot kregen en ik mijn eerste stuk chocoladetaart van de week at (velen zouden volgen). Daarna op naar Red Chilli Hideaway om de nacht door te brengen, om de volgende ochtend enigzins op tijd te zijn voor de safari in Murchison Falls.

Voor de safaribus waren we bijna te laat, maar we hebben het net gered en gingen met een belgisch paar, een amrikaanse vrijwilligster en een zweedse vrijwilligster met haar oegandeze vriend op naar Murchison Falls, het mooiste nationale park van Oeganda zo hadden wij gehoord. Eerste stop voor ons was het chimpanzee tracken (we wilden even proberen alle wildlife van oeganda in één week te zien), waarvan we dachten dat het niet zo moeilijk zou zijn, aangezien ze de straat al overstaken op het moment dat we het park inreden. Toch was het nog een stukje lopen waarbij de gids ons af en toe alleen liet om te checken waar ze waren (of om ze even uit de kooi los te laten voor ons, you never know) en uiteindelijk hebben we ze gezien. Ook bij deze apen hebben we weer een uur mogen doorbrengen, alleen dat was wel wat meer omhoog getuur (stijve nek ervan), aan de kant springen voor afgekloofde vijgen die ze uit hun handen lieten vallen en achter ze aan rennen als ze weer verder liepen. Maar wel heel erg vet.

Daarna weer door gereden naar de Red Chilli Rest Camp middenin Murchison Falls national park, waar we gelijk begroet werden door een kudde wrattenzwijnen (oftewel: pumba’s) die daar aan het grazen waren. We kregen instructies om al ons eten, shampoo, badspullen en wat dan ook maar lekker kon ruiken in te leveren, want als we het in onze tent zouden bewaren zouden de pumba’s het ruiken en onze tent in komen en dat wil je niet. Ook zouden we nijlpaarden ’s nachts tegen komen en die vermoorden meer mensen in Afrika dan elk ander dier (waarom was ik ook alweer bang voor zwarte mamba’s?), dus ook daar kregen we instructies over hoe we met ze om moesten gaan. Na een groot bord spaghetti en de zonsondergang gingen we voor de verandering vroeg naar bed voor de safari de volgende ochtend. Gelukkig stonden er geen nijlpaarden voor onze tent, maar mijn moeder werd wel midden in de nacht wakker van het grazen van de nijlpaarden, dus toen heeft ze mij wakker gemaakt, heb ik er even vanuit het raampje naar gekeken, gezegd dat ze wel dik waren, en weer in slaap gevallen. De volgende morgen gingen we met het busje (dit keer met het dak open) naar de Nijl, waar we weer nijlpaarden zagen dobberen, gingen met de ferry over de Nijl naar de andere kant om de big 5 te spotten! We zijn ver gekomen! Het enige wat we niet hebben gezien is een luipaard, maar die zijn moeilijk te vinden omdat ze in de bomen luieren, maar voor de rest hebben we heel veel geluk gehad! Vooral toen we op zoek gingen naar de leeuw waar alle antilopen naar aan het staren waren (letterlijk honderden stonden tegelijk doodstil naar één kant te kijken een uur lang). Eerst zagen we ze alleen erg in de verte, een mannetje en een vrouwtje, maar op een gegeven moment kwam het vrouwtje richting de weg gelopen. Onze driver bedacht zich geen seconde, draaide om, en daardoor waren we de eerst van de vele auto’s in de rij en liep de leeuw recht voor onze auto langs! Het duurde maar een paar seconden, gelukkig genoeg om foto’s te maken, maar wauw! Daarna hebben we nog giraffen, olifanten, buffalo’s en een hele hoop antilopensoorten gezien. De neushoorn is uitgestorven in Murchison, daarvoor gingen we de volgende dag naar Ziwa Rhino sanctuary. Maar eerst nog even lunchen en vervolgens een boottocht over de nijl maken om weer heel erg veel dieren te zien (voornamelijk nijlpaarden en krokodillen) en de Murchison Falls. We gingen ook nog hiken naar de top van de Murchison Falls, dus weer een hoop spectaculaire foto’s.
’s Avonds nog een kaartspelletje van de Oegandese staff geleerd, weer een stuk chocoladetaart gegeten, de nijlpaarden ontweken en gaan slapen, om de volgende dag richting Kampala terug te vertrekken met een tussenstop bij de rhino’s. Ook hier hadden we weer heel veel geluk, want de neushoorns waren aan het grazen (vaak liggen ze op dat tijdstip onder een boom te chillen en zie je dus vrij weinig), dus we zagen ze in volle glorie en moesten zelfs een paar keer achteruit lopen/rennen omdat ze onze kant opkwamen met grazen. Na weer een uurtje lieten we Obama (zijn naam door een Amerikaanse moeder en Kenyaanse vader, of was het andersom) & friends achter om te lunchen en daarna weer terug te gaan naar Kampala. Dat was nog een beetje stressen, want mijn moeder moest haar vlucht halen, maar het is allemaal goed gegaan en ze is zaterdagochtend veilig in Nederland aangekomen.

Dit weekend had ik niet zo veel zin om weer een tripje te maken, ik had eventjes genoeg in de auto gezeten, en we waren uitgenodigd door Freek, een student uit Utrecht, om een slumtour te doen. Zijn vriendin doet daar namelijk vrijwilligerswerk bij. We waren lichtelijk sceptisch, omdat het een beetje klonk als ramptourisme, maar we vonden het wel belangrijk om ook de armoede in Kampala te zien en het geld van de slumtour ging naar het goede doel. Achteraf zijn we ook heel blij dat we het gedaan hebben. De organisatie heet Volunteers for Sustainable Development en is opgericht door een jongen die in Bwaise, de grootste sloppenwijk van Kampala, is opgegroeid. Toen zijn vader overleed had zijn moeder geen geld meer voor zijn school, maar een aardige buurman wilde wel voor hem betalen. Daardoor heeft hij toch Engels kunnen leren, cruciaal voor een goede baan in Oeganda en nu wil hij iets terug doen en de mensen van zijn gemeenschap helpen. Om mee te mogen doen met de slumtour moest je een x aantal kilo rijst kopen, zoveel als je zelf wilde. Wij hebben elk 6 kilo gekocht. Daarna gingen we bij verschillende families langs die in de sloppenwijk woonden. We hoorden hun verhaal, hoe hun familie was samengesteld, hoe hun situatie zo gekomen was, wat ze deden om geld te verdienen. Heel heftig allemaal. Vervolgens kregen ze dan van ons een kilo rijst. Ook zijn we bij een school in de sloppenwijk langsgegaan, waar we door de kinderen verwelkomd werden en ze ons allerlei vragen gingen stellen, liedjes voor ons zongen en dansten. Heel leuk om te zien en fijn dat deze kinderen onderwijs konden krijgen. Verder gingen we langs bij een organisatie die gehandicapten in de sloppenwijk hielp en we gingen nog langs bij een weeshuis wat door de organisatie was opgezet. Dat was echt hartverscheurend. We hadden bananen voor ze gekocht, waar ze gretig van aten en ze waren zelfs heel blij met Marieke’s halflege flesje water. Alle kindjes waren zo schattig en ze gingen allemaal met ons knuffelen en hand vast houden en handje klap spelen. Ik wilde ze allemaal mee naar huis nemen. Dat kon helaas niet, maar daarna zijn we terug naar het kantoor gegaan en hebben we allemaal een donatie gedaan. Ik heb het geld van mijn moeder en haar collega aangevuld, zodat we samen een kind een jaar lang naar school kunnen laten gaan. Helaas hebben ze geen bankrekening omdat dat te veel geld kost, anders zou ik ze graag elke maand steunen, maar ik heb me wel ingeschreven voor de nieuwsbrief dus misschien dat ze het binnenkort kunnen regelen.

’s Avonds zijn we weer op stap gegaan, omdat ik had afgesproken met de meisjes van de safari. Helaas heb ik die niet meer gezien, maar het was alsnog erg gezellig in onze vast kroeg Bubbles met Malibu cola voor 1,75. De volgende dag hadden we weer niet zo veel zin om iets te doen, dus we hebben een aantal films gehaald en gekeken en daarna kookles van Baker gehad, dus nu weet ik hoe je chapati’s kan maken! Of in ieder geval, ongeveer. Ik vraag me af of ik het zonder zijn hulp zou kunnen.
Deze week ben ik naar de general gynaecology ward gegaan, waar het overvol lag met vrouwen met allerhande problemen. Vooral moeilijk voor mij te begrijpen, was dat er ook vrouwen waren die daar waren omdat ze geopereerd moesten worden, maar ze hebben maar één keer per week general gynaecology OK’s. Daar kunnen ze ongeveer 7 operaties doen, tenzij er emergency cases tussendoor komen. Ben je dus niet aan de beurt gekomen, dan moet je weer een week wachten. Ook als ze geen bloed voor je hebben die dag, moet je weer een week wachten. Sommige vrouwen waren al 6 weken aan het wachten... ik leer er wel meer omdat er niet continu studenten me voor de voeten lopen en ik mag bloed prikken en bij de operaties zijn. Vooral de post-op patiënten vind ik interessant, omdat het eigenlijk precies hetzelfde is als bij de chirurgische post-op en dat co-schap heb ik al gehad, dus bij deze patiënten heb ik veel meer het idee dat ik goed kan mee onderzoeken en mee denken, omdat ik er echt iets vanaf weet.

Komend weekend gaan we waarschijnlijk ons laatste tripje maken, want Marieke en Arnée gaan al bijna naar huis. Ook moet ik voor ik weg kan uit Kampala blijkbaar nog 10 kroegen van binnen zien volgens een Oegandese student (ik heb een checklist), dus ik weet wat we te doen staat..

Tot snel weer!

  • 25 Oktober 2013 - 15:16

    Trouwste Fan:

    Heerlijke herinneringen! Ik ga zo weer met je op stap.
    xxx

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Ella

Actief sinds 27 Aug. 2013
Verslag gelezen: 403
Totaal aantal bezoekers 6032

Voorgaande reizen:

28 Augustus 2013 - 14 November 2013

Co-schap in Oeganda

Landen bezocht: